besprenkelden
- be·spren·kel·den
vervoeging van |
---|
besprenkelen |
besprenkelden
- meervoud verleden tijd van besprenkelen
- Wij besprenkelden.
- Jullie besprenkelden.
- Zij besprenkelden.
- Wij besprenkelden.
- Het woord besprenkelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.