bespijkerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·spij·ke·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | bespijkeren |
bespijkerende
- verbogen vorm van bespijkerend, het onvoltooid deelwoord van bespijkeren
vervoeging van: | bespijkeren |
verbogen vorm: | bespijkerendee |
bespijkerende