• be·skyld·te
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 17071

beskyldte, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van beskyldt

beskyldte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van beskyldt

beskyldte

  1. verleden tijd van beskylde


  • be·skyld·te
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 22102

beskyldte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van beskyldt

beskyldte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van beskyldt

beskyldte

  1. verleden tijd van beskylde