Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·schrijft

Werkwoord

vervoeging van
beschrijven

beschrijft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschrijven
    • Jij beschrijft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschrijven
    • Hij beschrijft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschrijven
    • Beschrijft!