beschreef
- be·schreef
vervoeging van |
---|
beschrijven |
beschreef
- enkelvoud verleden tijd van beschrijven
- Ik beschreef.
- Jij beschreef.
- Hij, zij, het beschreef.
- Ik beschreef.
- Het woord beschreef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.