Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·scherm·vrou·wen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de beschermvrouwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beschermvrouw
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord beschermvrouwe