beschenen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·sche·nen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van beschijnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (/ɛi/ - /e/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschijnen |
beschenen
- meervoud verleden tijd van beschijnen
- Wij beschenen.
- Jullie beschenen.
- Zij beschenen.
- Wij beschenen.
- voltooid deelwoord van beschijnen