beschaafde
- Geluid: beschaafde (hulp, bestand)
- be·schaaf·de
beschaafde
- verbogen vorm van de stellende trap van beschaafd
vervoeging van |
---|
beschaven |
beschaafde
- enkelvoud verleden tijd van beschaven
- Ik beschaafde.
- Jij beschaafde.
- Hij, zij, het beschaafde.
- Ik beschaafde.
- verbogen vorm van beschaafd, voltooid deelwoord van beschaven
- Het woord beschaafde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.