berooft
- be·rooft
vervoeging van |
---|
beroven |
berooft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroven
- Jij berooft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroven
- Hij berooft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beroven
- Berooft!
- Het woord berooft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.