beroofden
- be·roof·den
vervoeging van |
---|
beroven |
beroofden
- meervoud verleden tijd van beroven
- Wij beroofden.
- Jullie beroofden.
- Zij beroofden.
- Wij beroofden.
- Het woord beroofden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.