beraadslaagde
- be·raad·slaag·de
vervoeging van |
---|
beraadslagen |
beraadslaagde
- enkelvoud verleden tijd van beraadslagen
- Ik beraadslaagde.
- Jij beraadslaagde.
- Hij, zij, het beraadslaagde.
- Ik beraadslaagde.
- verbogen vorm van beraadslaagd, voltooid deelwoord van beraadslagen
- Het woord beraadslaagde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.