• be·raad·slaag·de
vervoeging van
beraadslagen

beraadslaagde

  1. enkelvoud verleden tijd van beraadslagen
    • Ik beraadslaagde. 
    • Jij beraadslaagde. 
    • Hij, zij, het beraadslaagde. 
  2. verbogen vorm van beraadslaagd, voltooid deelwoord van beraadslagen