beproeft
- be·proeft
vervoeging van |
---|
beproeven |
beproeft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven
- Jij beproeft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven
- Hij beproeft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beproeven
- Beproeft!
- Het woord beproeft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.