bepakten
- be·pak·ten
vervoeging van |
---|
bepakken |
bepakten
- meervoud verleden tijd van bepakken
- Wij bepakten.
- Jullie bepakten.
- Zij bepakten.
- Wij bepakten.
- Het woord bepakten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
bepakken |
bepakten