beoogt
- be·oogt
vervoeging van |
---|
beogen |
beoogt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beogen
- Jij beoogt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beogen
- Hij beoogt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beogen
- Beoogt!
- Het woord beoogt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.