bemetert
- be·me·tert
vervoeging van |
---|
bemeteren |
bemetert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemeteren
- Jij bemetert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemeteren
- Hij bemetert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bemeteren
- Bemetert!
- Het woord bemetert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.