bemensten
- be·mens·ten
vervoeging van |
---|
bemensen |
bemensten
- meervoud verleden tijd van bemensen
- Wij bemensten.
- Jullie bemensten.
- Zij bemensten.
- Wij bemensten.
- Het woord bemensten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.