bemachtigden
- be·mach·tig·den
vervoeging van |
---|
bemachtigen |
bemachtigden
- meervoud verleden tijd van bemachtigen
- Wij bemachtigden.
- Jullie bemachtigden.
- Zij bemachtigden.
- Wij bemachtigden.
- Het woord bemachtigden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.