beloont
- be·loont
vervoeging van |
---|
belonen |
beloont
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belonen
- Jij beloont.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belonen
- Hij beloont.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van belonen
- Beloont!
- Het woord beloont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.