belommerden
- Geluid: belommerden (hulp, bestand)
- be·lom·mer·den
vervoeging van |
---|
belommeren |
belommerden
- meervoud verleden tijd van belommeren
- Wij belommerden.
- Jullie belommerden.
- Zij belommerden.
- Wij belommerden.
- Het woord belommerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.