bellenblaast
- bel·len·blaast
vervoeging van |
---|
bellenblazen |
bellenblaast
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen
- ... dat jij bellenblaast.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen
- ... dat hij bellenblaast.
- Het woord bellenblaast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.