belde rond
- Geluid: belde rond (hulp, bestand)
- bel·de rond
vervoeging van |
---|
rondbellen |
belde rond
- enkelvoud verleden tijd van rondbellen
- Ik belde rond.
- Jij belde rond.
- Hij, zij, het belde rond.
- Ik belde rond.
- Het woord belde rond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.