belangstelde
- be·lang·stel·de
vervoeging van |
---|
belangstellen |
belangstelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van belangstellen
- ... dat ik belangstelde.
- ... dat jij belangstelde.
- ... dat hij, zij, het belangstelde.
- ... dat ik belangstelde.
- Het woord belangstelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.