belaagt
- be·laagt
vervoeging van |
---|
belagen |
belaagt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belagen
- Jij belaagt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belagen
- Hij belaagt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van belagen
- Belaagt!
- Het woord belaagt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.