• be·laad
vervoeging van
beladen

belaad

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beladen
    • Ik belaad. 
  2. gebiedende wijs van beladen
    • Belaad! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beladen
    • Belaad je?