bekroonde
- be·kroon·de
vervoeging van |
---|
bekronen |
bekroonde
- enkelvoud verleden tijd van bekronen
- Ik bekroonde.
- Jij bekroonde.
- Hij, zij, het bekroonde.
- Ik bekroonde.
- verbogen vorm van bekroond, voltooid deelwoord van bekronen
- Het woord bekroonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekroonde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be