Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·krab

Werkwoord

vervoeging van
bekrabben

bekrab

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekrabben
    • Ik bekrab. 
  2. gebiedende wijs van bekrabben
    • Bekrab! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekrabben
    • Bekrab je? 

Gangbaarheid