Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klop·te

Werkwoord

vervoeging van
bekloppen

beklopte

  1. enkelvoud verleden tijd van bekloppen
    • Ik beklopte. 
    • Jij beklopte. 
    • Hij, zij, het beklopte. 
  2. verbogen vorm van beklopt, voltooid deelwoord van bekloppen