beklinkerden
- be·klin·ker·den
vervoeging van |
---|
beklinkeren |
beklinkerden
- meervoud verleden tijd van beklinkeren
- Wij beklinkerden.
- Jullie beklinkerden.
- Zij beklinkerden.
- Wij beklinkerden.
- Het woord beklinkerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.