bejammerden
- Geluid: bejammerden (hulp, bestand)
- be·jam·mer·den
vervoeging van |
---|
bejammeren |
bejammerden
- meervoud verleden tijd van bejammeren
- Wij bejammerden.
- Jullie bejammerden.
- Zij bejammerden.
- Wij bejammerden.
vervoeging van |
---|
bejammeren |
bejammerden