• be·houdt
vervoeging van
behouden

behoudt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behouden
    • Jij behoudt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behouden
    • Hij behoudt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van behouden
    • Behoudt!