behoudt
- be·houdt
vervoeging van |
---|
behouden |
behoudt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behouden
- Jij behoudt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behouden
- Hij behoudt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van behouden
- Behoudt!
- Het woord behoudt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.