behoort
- be·hoort
vervoeging van |
---|
behoren |
behoort
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoren
- Jij behoort.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoren
- Hij behoort.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van behoren
- Behoort!
- Het woord behoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
behoort |
behoort |
volledig |
behoort
- behoren
- «'n Bosluis is 'n klein uitwendige parasiet wat tot die superfamilie Ixodoidea behoort.»
- Een teek is een kleine uitwendige parasiet die tot de superfamilie Ixodoidea behoort.
- «'n Bosluis is 'n klein uitwendige parasiet wat tot die superfamilie Ixodoidea behoort.»