• be·hoort
vervoeging van
behoren

behoort

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoren
    • Jij behoort. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoren
    • Hij behoort. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van behoren
    • Behoort! 



stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
behoort
behoort
volledig

behoort

  1. behoren
    «'n Bosluis is 'n klein uitwendige parasiet wat tot die superfamilie Ixodoidea behoort
    Een teek is een kleine uitwendige parasiet die tot de superfamilie Ixodoidea behoort.