Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·hoef·de

Werkwoord

vervoeging van
behoeven

behoefde

  1. enkelvoud verleden tijd van behoeven
    • Ik behoefde. 
    • Jij behoefde. 
    • Hij, zij, het behoefde. 
  2. verbogen vorm van behoefd, voltooid deelwoord van behoeven