begrijpelijkerwijs

  • be·grij·pe·lij·ker·wijs

begrijpelijkerwijs

  1. zodanig dat er begrip voor opgebracht kan worden
    • Anna had er begrijpelijkerwijs ook veel moeite mee. 
  2. zodanig dat het begrepen kan worden
    • De rit door de tunnel duurt lang en begrijpelijkerwijs is er onderweg niet veel te zien.