• be·gra·vet
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 2257

begravet

  1. voltooid deelwoord van begrave


  • be·gra·vet
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 4730

begravet

  1. verleden tijd van begrave
  2. voltooid deelwoord van begrave