beglaast
- be·glaast
vervoeging van |
---|
beglazen |
beglaast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beglazen
- Jij beglaast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beglazen
- Hij beglaast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beglazen
- Beglaast!
- Het woord beglaast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.