begenadigt
- Geluid: begenadigt (hulp, bestand)
- be·ge·na·digt
vervoeging van |
---|
begenadigen |
begenadigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begenadigen
- Jij begenadigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begenadigen
- Hij begenadigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van begenadigen
- Begenadigt!