• be·gas·te
vervoeging van: begassen…
verbogen vorm: begastee

begaste

  1. verbogen vorm van begast, voltooid deelwoord van begassen
vervoeging van
begassen

begaste

  1. enkelvoud verleden tijd van begassen
    • Ik begaste. 
    • Jij begaste. 
    • Hij, zij, het begaste.