• be·folk·nin·gen
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -en
Naar frequentie 6426

befolkningen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van befolkning


  • be·folk·nin·gen
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -en
Naar frequentie 7327

befolkningen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van befolkning


  • be·folk·nin·gen
  • Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -en
Naar frequentie 7963

befolkningen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van befolkning