Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beest·jes

Zelfstandig naamwoord

de beestjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord beest
     Volgende maand gaan we naar Australië. Kangoeroes kijken. Dat zijn zulke lieve beestjes, zegt Sander.[1]

Verwijzingen

  1. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2