bedplas
- bed·plas
vervoeging van |
---|
bedplassen |
bedplas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedplassen
- Ik bedplas.
- gebiedende wijs van bedplassen
- Bedplas!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedplassen
- Bedplas je?
- Ik bedplas nog en draag luiers naar bed. [1]
- Het woord 'bedplas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Ms. K.vraag 212 (10 januari 2004) op website Kenniscentrum Bedplassen: bedplassen.org; geraadpleegd 2017-06-06