bedoel
- be·doel
vervoeging van |
---|
bedoelen |
bedoel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedoelen
- Ik bedoel.
- gebiedende wijs van bedoelen
- Bedoel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedoelen
- Het woord bedoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142