bediscussieert
- be·dis·cus·si·eert
vervoeging van |
---|
bediscussiëren |
bediscussieert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bediscussiëren
- Jij bediscussieert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bediscussiëren
- Hij bediscussieert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bediscussiëren
- Bediscussieert!
- Het woord bediscussieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.