Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·damp·te

Werkwoord

vervoeging van
bedampen

bedampte

  1. enkelvoud verleden tijd van bedampen
    • Ik bedampte. 
    • Jij bedampte. 
    • Hij, zij, het bedampte. 
  2. verbogen vorm van bedampt, voltooid deelwoord van bedampen