bebouwt
- be·bouwt
vervoeging van |
---|
bebouwen |
bebouwt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebouwen
- Jij bebouwt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebouwen
- Hij bebouwt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bebouwen
- Bebouwt!
- Het woord bebouwt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.