• be·bouwt
vervoeging van
bebouwen

bebouwt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebouwen
    • Jij bebouwt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebouwen
    • Hij bebouwt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bebouwen
    • Bebouwt!