• ba·zuint
vervoeging van
bazuinen

bazuint

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bazuinen
    • Jij bazuint. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bazuinen
    • Hij bazuint. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bazuinen
    • Bazuint!