bargen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bar·gen
Zelfstandig naamwoord
de bargen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord barg
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
bargen
- meervoud van barg
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
bargen
- meervoud van barg