Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bands

Zelfstandig naamwoord

de bandsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord band
Verwante begrippen


Zweeds

Uitspraak
Naar frequentie 49158

Zelfstandig naamwoord

bands

  1. nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van band

bands

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van band