bandet
- ban·det
Naar frequentie | 4725 |
---|
bandet
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van band
- ban·det
Naar frequentie | 3034 |
---|
bandet
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bande
bandet
- voltooid (verleden) deelwoord van bande
bandet
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van band
- ban·det
bandet
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van band
Naar frequentie | 1506 |
---|
bandet
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van band