• bam·zaait
vervoeging van
bamzaaien

bamzaait

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bamzaaien
    • Jij bamzaait. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bamzaaien
    • Hij bamzaait. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bamzaaien
    • Bamzaait!