baant
- baant
vervoeging van |
---|
banen |
baant
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van banen
- Jij baant.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van banen
- Hij baant.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van banen
- Baant!
- Het woord baant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.